Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En het geschiedde, als zij Jozef [16]dag op dag aansprak, en hij naar haar niet hoorde, om bij haar te liggen, [en] bij [17]haar te zijn; 16. Hebr. dag, dag. Een en hetzelfde woord wordt somtijds tweemalen genomen, om een gedurigheid des tijds te betekenen; Ex.16:5,21; Lev.6:12; Deut.2:27, en Deut.14:22. 17. Dat is, om haar gesprekken daarover aan te horen. Want hij wist wel dat kwade redenen goede zeden bederven. 1 Kor.15:33.